woensdag 5 mei 2010

Schrijven voor het web: 5 tips

de Universiteit van Leiden heeft onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van webteksten en hier 5 tips voor opgesteld. Natuurlijk denk je liever niet (teveel) in regels, maar de regels zorgen ervoor dat je de juiste focus hebt en houdt.

Webteksten moeten aan andere eisen voldoen dan teksten op papier. Want lezen van het scherm is lastiger dan van papier. Bezoekers van een website zijn vaak geneigd om snel door te klikken naar andere sites. Een bezoeker wil in één oogopslag zien of de inhoud van een site de moeite waard is. Daarom:

1. Val met de deur in huis
Zet de belangrijkste inhoud bovenaan de pagina. Begin niet met een inleiding, met achtergrondinformatie of de historie van het onderwerp, maar ‘val met de deur in huis’. Geef bovenaan de pagina direct aan waar het om gaat: begin met de belangrijkste of meest actuele informatie en maak duidelijk wat de bezoeker op deze pagina kan verwachten.

2. Houd de ‘zoekvraag’ van de bezoeker voor ogen
Een bezoeker komt meestal met een concrete ‘zoekvraag’ op een website. Probeer je te verplaatsen in de doelgroep van je website en bedenk mogelijke zoekvragen van bezoekers. Houd bij het schrijven van webtekst steeds voor ogen: is deze informatie relevant, welke zoekvraag beantwoordt mijn tekst? Probeer aan te sluiten bij de belevingswereld en informatiebehoefte van de doelgroep. Met andere woorden: stel jezelf niet de vraag ‘welke informatie wil ik aanbieden op mijn website?’, maar: ‘welke informatie zoekt de doelgroep op mijn website?’.

3. Schrijf ‘scanbaar’
Bezoekers ‘scannen’ een webpagina snel, op zoek naar trefwoorden die aansluiten bij hun zoekvraag (een beetje vergelijkbaar met het ‘koppen snellen’ in een krant). Als een bezoeker niet snel vindt wat hij zoekt, is hij weer weg. Speel hierop in met overzichtelijke en ‘scanbare’ teksten:
  • maak korte paragrafen
  • bedenk goede, inhoudelijke tussenkopjes (betekenisvolle kopjes die mogelijke zoektermen bevatten, dus niet ‘Algemeen’ of ‘Inleiding’)
  • gebruik opsommingen (lijstjes met ‘bullets’)

4. Schrijf beknopt, helder en aantrekkelijk
Hou het kort, schrap zo veel mogelijk overbodige zinnen en woorden. Maak het helder en concreet, geef voorbeelden, vermijd ambtelijk taalgebruik en jargon. Zet beleidsteksten, brochureteksten, regelingen e.d. niet zonder meer op een webpagina, maar bewerk deze tot korte, ‘scanbare’ webteksten; bied zo nodig daarnaast de volledige tekst aan als pdf, zodat de bezoeker deze kan printen.
Spreek de bezoeker waar mogelijk rechtstreeks aan:

  • niet: ‘Op deze site is meer informatie te vinden over...’ maar: ‘Lees meer over ...’
  • niet: ‘Je kunt je op deze site aanmelden voor een Open Dag’ maar: ‘Meld je aan voor de Open Dag op 21 april’.

5. Gebruik betekenisvolle linkteksten
Het moet duidelijk zijn voor bezoekers waar een link op een webpagina naartoe leidt. Als je in lopende tekst of bijv. onderaan een paragraaf verwijst naar een andere webpagina, gebruik dan betekenisvolle, informatieve linkteksten: